Eenmaal Colorado uit, laten we ook de onweersbuien achter ons en een woestijnachtige omgeving ligt voor ons; de Great Basin. Om dit deel in 2,5 dag door te steken, moeten we alles zorgvuldig plannen; omdat water zeer schaars is. En na onze eerdere uitdrogings-ervaring besluiten we veel water mee te nemen voor het geval we de bronnen niet kunnen vinden of bereiken.
Onder een blauwe hemel fietsen we Rawlins uit en klimmen naar de top van nog een Continental Divide Crossing. Een rollercoaster landschap presenteert zichzelf met een lange rechte streep, wat kaarsrecht tot aan het einde van de horizon reikt. Komend vanuit het westen, krijgen we een stevige wind op kop, wat ons doet denken aan Patagonië.
Aan het eind van de dag, draait de weg en fietsen we met de wind in de rug de laatste kilometers naar ons eerste waterpunt en wildkampeerplek bij het A&M Reservoir. Gelukkig is het reservoir ook echt gevuld met water en kan Elmar water filteren voor onze dorstige monden. We hebben best wat water op gedronken gedurende de 90 kilometer lange rit van vandaag.
Volgens de ACA kaart ligt ons volgende doel bij Diagnus Well, 93 kilometer van ons vandaan. Ook hier zou een waterbron zijn; volgens andere fietsers zijn alle kreekjes droog tussen ons en de Diagnus Well, en de bron is lastig te vinden. Met de tips van andere fietsers, moet het lukken! Sommigen hebben de bron nooit gevonden… ze liggen ergens als skeletten naast hun fiets… 😉
Volgens het hoogteprofiel van de ACA moet het een vloeiende rit worden, geen grote beklimmingen… helaas.. het is wederom een zware rollercoaster rit; 100 meter omhoog, 100 meter omlaag… daarbij wordt de track steeds slechter en neemt de wind in kracht toe; stormachtig vanaf de zijkant. Ze blaast ons van hot naar her. Als de zon al aan het ondergaan is, bereiken we eindelijk Diagnus Well en gelukkig vinden we dan ook de bron; waar koel water rijkelijk vloeit!
Vanaf de bron is het de volgende dag slechts een korte rit naar Atlantic City; wat klinkt als een grote stad, maar niets meer is dan een paar huizen en een burger restaurant. We fietsen meteen naar de grote tipi tent voor de Miner’s Grub, waar we een flinke burger verorberen. Het is een beroemde Divide rijders stop en al snel voegen zich twee andere bikepackers (Jeff en John) bij ons aan de bar. Laurel, de eigenaresse, heeft ons vele spannende verhalen te vertellen. Er is hier verder niks, maar op de een of andere manier, is het de plek om te relaxen en verhalen te delen. Een uur later komen Cathy en haar man binnen wandelen en kletsen we de middag weg. Nog twee dagen later kunnen we eindelijk het stof van onze lijven schrobben in een motel in Pinedale en gaan we naar de lokale brouwerij voor een pint!
Geef een reactie