Een lange vlucht brengt ons naar Santiago in Chili. Het is februari en behoorlijk warm. We testen onszelf door twee hoge passen op deze korte fietsvakantie te bedwingen: Cristo Redentor en Paso Agua Negra.
Het is hard werken met 40 graden Celsius. De ripio is niet van beste kwaliteit en de klim naar Cuesta de Chucabaca vlot maar moeizaam. De 29 haarspeldbochten over asfalt met druk vrachtverkeer zijn niet veel makkelijker. We stoppen op 2800 meter bij Portillo en zetten onze tent neer bij Laguna del Inca.
De volgende dag ronden we de klim en duiken aan de andere kant de Valle de Uspallata in. In dit kleurrijke gebergte passeren we de hoogste berg van de Andes: Aconcagua – 6960 meter hoog. We maken en detour en hebben mooi zicht op dit enorme gevaarte.
We dalen af naar Uspallata en fietsen verder naar Barreal en Calingasta. De hitte is niet te harden en er is geen mogelijkheid om even in de schaduw te zitten. Tijdens een pauze geeft onze meter bijna 50 graden Celsius aan!
Door de hitte slepen we veel water mee; met maar liefst 17L verlaten we het uitgestorven dorpje Calingasta. De route tussen Tocota en Rodea is niets meer dan een drooggevallen rivierbedding en het wil niet echt vlotten met al die losse rotsen. Eenmaal in Rodeo beginnen we aan de voorbereiding van de klim naar Paso Agua Negra; een pas op 4779 meter hoogte, die ons uiteindelijk weer naar Chili brengt.
De weg terug naar het Andes gebergte is recht; een lange streep die af lijkt te dalen tot de voet van de bergen, maar niets is minder waar. Het is een lange marteling van vals plat tot de Argentijnse douanepost. Hier eindigt het asfalt en fietsen we weer over ripio en komt er eindelijk een bocht in de weg. We beginnen meer en meer te klimmen en de weg draait en draait. Op een hoogte van 3000 meter vinden we het welletjes voor vandaag; een mooie kampeerplek dient zich aan met een stroompje vers water.
Na wederom een eenzame nacht gaan we verder met de klim. Ons doel is minstens op een hoogte van 4000 meter te geraken en zo kruipen we langzaam verder omhoog. De lucht wordt ijler wat de tocht steeds zwaarder maakt. Er is heel weinig verkeer en we genieten van de kleurrijke, maar kale omgeving. We halen ons doel en gelukkig voor ons, is ook hier een klein stroompje. Als de zon onder gaat, daalt de temperatuur diep onder nul en snel kruipen we de tent in.
Met de temperatuur nog ver onder nul en de zon die ons nog niet bereikt heeft, beginnen we aan de klim naar de top. Net op tijd staan we op 4779 meter hoogte, voor ons een strakblauwe lucht, maar achtervolgd door donkere wolken. Sneeuw dwarrelt al naar beneden als we Argentinië achter ons laten en de diepte in duiken aan de Chileense kant. Dag Agua Negra, je was de moeite meer dan waard!
Geef een reactie