We zien toeristen en zelfs Omani met korte broeken, dus al snel trek ik die zooi uit. Ik ben tenslotte aan het sporten en zolang ik niet in de buurt kom van een moskee, is er niks aan de hand en beledig ik niemand. De Omani zijn sowieso vrij relaxed over dit onderwerp.
De eerste 40 kilometer fietsen we op de snelweg, van benzinestation naar benzinestation, waar we koude drankjes kunnen kopen en in de schaduw kunnen zitten. Mijn hoofd is een grote rode tomaat en lijkt wel te exploderen, ik kan de hitte zo in het begin blijkbaar moeilijk verdragen. We klimmen langzaam verder omhoog en na Bidbid verlaten we dan eindelijk de snelweg en vinden we een rustige weg. Bij een moskee in een klein dorpje slaan we water in; koud en gratis! En niet ver na het dorp vinden we onze eerste wildkampeerplek; altijd spannend zo’n eerste nacht in een vreemd land, maar Oman voelt veilig.
Omdat we niet over de kust-snelweg wilden fietsen, zijn we meteen de bergen in getrokken. De hitte is extreem en we zwoegen van waterpunt naar waterpunt. Het is bizar dat je langs de wegen op verlaten plekken gewoon water tappunten vindt met ijskoud water! De hele dag zien we water-trucks rondrijden en daar zijn we dan ook dankbaar voor. Ook kun je bij elke moskee of school koel water tappen. Regelmatig houden we onze tomaten-hoofden er ook even onder, maar voordat we weer weg gaan, is het al weer verdampt.
We volgen de weg door Wadi Khabbah, deze wordt op dit moment geasfalteerd. Een kleine sectie ontbreekt nog en zo stuiteren we over de weg en doorwaden we zelfs een riviertje.
Om de hitte enigszins voor te zijn, hebben we vanmorgen de wekken om 4.30 uur gezet. We willen de Hajar bergen doorsteken, maar het mag niet zo zijn. We voelen ons allebei heel slecht en besluiten de route om te gooien en de Hajar vanaf de andere kant door te steken. We zetten koers naar de Wahibah Sands (Sharqiya Sands).
Wahibah Sands
We regelen een taxi die ons naar een woestijn-kamp kan brengen, waar we in een tent overnachten en de duinen kunnen bezoeken en hopelijk een miljoen sterren kunnen zien. Amar pikt ons op bij het hotel en rijdt als een gek! Snelheidsheuvels? Wat zijn dat? Hij doet me aan m’n zus denken… 😉 Amar zegt niet veel, behalve ‘crazy driver’. Ik denk dat ‘ie zichzelf bedoelt…
De tent is geweldig en de avondwandeling door de roodgekleurde duinen ook. Elmar en ik banjeren door het zand omhoog, er zijn slechts enkele toeristen en zo lijkt het alsof we de woestijn voor onszelf hebben. De ondergaande zon zorgt voor een warme gloed over de duinen en we genieten er lang van. Helaas is er zoveel stof in de lucht, dat de miljoenen sterren aan ons zicht worden onttrokken. Toch gaan we in het pikkedonker nog een keer de duinen omhoog om van de nacht te genieten.
Een bucketlist-dingetje: een tocht op een kameel maken. Hier hebben we de kans, dus regelen we in het kamp twee kamelen voor een tochtje van een half uur. Nou, opstappen is al een heel gedoe en ziet er niet heel erg charmant uit! Na 5 zeer oncomfortabele minuten hebben we het wel gezien. Been there, done that… maar een woestijn crossing van een paar dagen, zal er wel nooit van komen.
Geef een reactie